almachtige
God!
naar psalm 139
almachtige God,
wanneer ik U aanriep
bemoedigde Gij mij met kracht in mijn ziel
als ik wandelde in het midden van de angst
strekte Gij Uw hand uit opdat ik niet viel
Gij was rondom mij en zag al mijn wegen
geen woord kwam uit mij of Gij hoorde het daar
en van alle kanten omringde Gij mij
zulk een kennis, Heer, was mij te wonderbaar
al voer ik op
ten hemel, Gij was er reeds
ging ik wonen aan het uiterste der zee
nam ik de vleugelen van de dageraad
Uw rechterhand omsloot mij en nam mij mee
sprak ik: duisternis moge mij bedekken
de nacht rondom mij zou licht zijn waar ik zag
want het duister is voor Uw ogen niet donker
omdat de nacht zelfs licht als de klare dag
Gij hemelse
God, hebt mijn nieren gevormd
mij in de schoot mijner moeder geweven
'k loof U, Gij hebt mij wonderbaar toebereid
en al mijn dagen in Uw boek geschreven
Heer, ik bid
thans het woord waar David mee bad
aanvaard door deez' klank mijn eerlijk bedoelen
ik wist voor Uw troon geen andere aanvang
wijl ik mij klein gelijk David blijf voelen
laatst was ik
verdwaald, Gij zocht mij terug
en getweeën zijn wij toen verder gegaan
waar ik ravijnen zag sloeg Gij een brug
en door een "Rode Zee" ging Gij mij vooraan
toen ik twijfelde en schreeuwde van pijn
drukte Gij mij dicht aan Uw borst
en toen ik versmachtte in de woestijn
schiep Gij een oase en leste mijn dorst
ik struikelde
en dacht nooit meer te staan
doch Gij knielde naast mij en streelde mij zacht
en Uw ogen die ik in mij zag gaan
waren als engelen die hielden de wacht
Gij tilde mij op en schonk mij een blik
hoog boven wereldse waarden verheven
in Uw hemelse heerlijkheid en ik
wilde mijn leven reeds toen aan U geven
Vader, ten
laatste smeek ik: zegen mij
en vervul mijn hart met de glans van Uw licht
dat het een spiegel van lieflijkheid zij
die zich elke dag op Uw aangezicht richt
geef mij vrijmoedigheid en lust en kracht
dat ik in een wereld die beeft
uitroep waar een vermoeid mensdom op wacht:
God de Almachtige is niet dood, Hij leeft!
fd
home
|